Op maandag 19 en dinsdag 20 oktober 1914 wordt de lokale bevolking door de Franse en Britse militaire overheid, brutaal en onverwijld op de vlucht gedreven voor de naderende Duitse vijand. De vluchtelingenstroom trekt zich op gang in westelijke richting, naar Ieper (behalve enkele uitzonderingen in Beselare en Passendale die richting Roeselare kiezen). De vluchtelingenstroom houdt pas dagen later halt aan het station van Poperinge waar duizenden (meestal ‘gebroken’) families op de trein worden gezet richting Frankrijk.
Zij die familie of vrienden hadden te Ieper waar ze terecht waren gekomen, keken nog even de kat uit de boom en bleven in de stad in plaats van verder westwaarts te vluchten. De stad zat overvol. Zelfs openbare gebouwen die niet waren bezet door militairen barstten uit hun voegen. De gastvrijheid en het patriottisme maken stilaan plaats voor berekend egoïsme.
Ondertussen is ook Ieper niet meer veilig. De zware nachtelijke bombardementen van 29 en 30 oktober en 22 november doen velen opnieuw verder vluchten. Wie blijft, zoekt de kelders op. Door overbevolking in onhygiënische omstandigheden, breekt eind december tyfus uit. De besmettelijke diarree neemt snel uitbreiding.
Op 7 januari 1915 worden de eerste tyfuslijders opgenomen in het gesticht “Het Heilig Hert” op de Poperingseweg dat sinds 2 december tot burgerhospitaal is omgetoverd. De “Friend Ambulance Unit” (FAU), een Britse menslievende organisatie die zich inzet voor de burgerbevolking, bemant het hospitaal. De medewerkers zijn gekleed in kaki-uniform, maar zonder militair karakter. De Engelse doktors Fox, Manning, Smerdon en Thompson hebben de handen meer dan vol in de vier ziekenzalen. Vanaf 12 januari wordt een dagelijks register van de opnames bijgehouden.
De tyfusepidemie breidt steeds verder uit. De overheid neemt maatregelen. De behandelende doktors en verplegenden krijgen strenge hygiënische voorschriften en worden verplicht regelmatig een Engelse sigaret op te steken. Vanaf 25 januari moet bij verordening alle water voor huishoudelijk gebruik eerst gekookt worden en een massale inentingscampagne komt op gang. Enkele dagen later wordt een Search Party opgericht. Dit is een werkgroep, vooral bemand door Friend zusters, die actief op zoek gaan in de stad naar tyfusleiders, een behandeling voorzien en hun huizen ontsmetten. Het hospitaal wordt te klein en vanaf 6 februari worden de tyfuslijders, van zodra medisch mogelijk vervoerd naar een hospitaal te Sint-Omer via Poperinge. Vanaf 15 februari worden door de Friends tonnen drinkwater geplaatst op zes plaatsen in de stad. De burgers worden verplicht dit water te gebruiken. Het is ontsmet met chloor en niet bijzonder smakelijk bij de bereiding van spijzen, maar beter dit dan de vreselijke ziekte. Slechts vanaf 6 maart lijkt het ergste voorbij en vanaf 13 april wordt de toestand als “onder controle” bestempeld.
Door de zware bombardementen op de stad ter gelegenheid van de Tweede Slag om Ieper vanaf 22 april 1915 wordt de stad op militair bevel volledig ontruimd. Ook het hospitaal wordt beschoten. De dokters, zieken, zusters en aalmoezenier worden geëvacueerd. De laatste burgers verlaten de stad rond 5 mei.
Onder de 884 opgenomen gekwetsten en vooral zieken tussen 12 januari en 22 april bevonden zich 132 Zonnebekenaren. 116 waren getroffen door de besmettelijke tyfus, 33 overleefden de epidemie niet. Hun namen: