Drie Zonnebeekse soldaten in dienst van de Spaanse koning in 1590

Als het op oorlogen aankwam dan was onze gemeente Zonnebeke in de geschiedenis heel vaak van de partij, hetzij als plaats van uitvoering, hetzij als leverancier van soldaten.

Zo was het ook het geval op het einde van de 16e eeuw. De slechte economische toestand, het sterk groeiend protestantisme en het zware juk van de Spaanse overheersing hadden de stoppen doen doorslaan bij onze bevolking en dit resulteerde in een periode van grote onrust. In 1566 brak de Beeldenstorm uit. Deze opstand had het vooral tegen de Kerk gemunt. Kerken en kloosters werden geplunderd en vernield, priesters werden als wild opgejaagd.

Filips II, koning van Spanje en de Nederlanden (dus ook onze inwoners) wou korte metten maken met de opstand en het gezag van Spanje en de Kerk herstellen. Hij stuurde de gevreesde hertog Alva met een Spaans leger naar onze streken om met harde hand orde op zaken te stellen. Door het harde optreden met voortdurende oorlog(sdreiging) en zware belastingen sloeg onze bevolking massaal op de vlucht, meestal richting Holland. De leegloop van onze dorpen begon rond 1572 en bereikte haar hoogtepunt in de jaren 1585–1590. De bevolking is nooit meer teruggekomen. Slechts vanaf 1600 begon de streek opnieuw te bevolken omdat de Spaanse overheid tijdelijke belastingsvoordelen toekende aan wie de grond alhier wilde in bezit nemen en cultiveren. Vooral inwijkelingen uit Artesië en Picardië kwamen naar onze streek.

Het afslaan van de opstand was bloedig maar succesvol geweest behalve wat betreft de stad Oostende. Hertog Alexander Farnese was er niet in geslaagd Oostende en omgeving op de protestantse Hollanders te heroveren. Dit zou slechts gebeuren in 1604. Van hieruit schuimden criminele bendes, Vrybuyters genaamd, het platteland af, ook onze regio. Zij namen mensen gevangen en eisten losgeld.

In 1590 moesten onze zwaar ontvolkte dorpen (Passendale en Geluveld waren bijna geheel verlaten en onbewoond) toch nog opdraaien om mee te helpen aan de verdediging van de door Spanje heroverde gebieden in de omgeving van Oostende. De Kasselrij Ieper kreeg opdracht 50 soldaten te rekruteren voor deze opdracht.

De soldij voor deze prestatie werd op 20 ponden parisis per maand bepaald. Uit de lijst van de rekruten blijkt dat 30 onder hen met een ‘busse’ (buks, geweer) ten strijde trokken, 15 met een ‘pycke’ en één met een halve pycke. Eén trok er op als tambouryn of trommelslager en drie hadden helemaal geen wapen bij.

Op de “rolle vanden soldaten bij Myne Heere Bailliu ende Schepenen vander Zale ende Casselrie van Ypre ghelevert an Mer Nicolays De Ballet, hoogballiu der Stede ende Casselrie van Waestene ten dienste van Zyne Majesteit tot bewaernesse van der stercte van Oudenburg ende andere ommeligghende plaetsen van Oosthende den VIIIen augusti 1590” komen de namen voor van volgende gerekruteerde Zonnebeekse soldaten:

Uit:

Zonnebeke: Franchois Godderis met busse.
Zandvoorde: Clays Clay met busse.
Becelaere: Christoffels Vanden Driessche met pycke.