Van de 12e tot de 17e eeuw werd het leven te Zonnebeke beheerst door enerzijds de Augustijnen-abdij en anderzijds de heerlijkheid Van Rolleghem. De abdij werd via giften steeds rijker en mikte op de verwerving van het kasteel en de heerlijkheid Van Rolleghem, hetgeen lukte op het einde van de 17e eeuw. Het kasteel Van Rolleghem (vooraan links in de Langemarkstraat) werd gesloopt en de landerijen werden aan het patrimonium van de abdij toegevoegd. Aldus bereikte de abt het toppunt van wereldlijke macht in een groot rechtsgebied. Dit bleef zo tot aan de Franse Revolutie van 1789.
De Fransen vielen ons land binnen in 1794. De kerkelijke goederen werden aangeslagen en verkocht, geestelijken werden verdreven of verbannen. Te Zonnebeke gebeurde dit op 21 december 1797. De openbare verkoop betrof de abdijgebouwen, de inboedel van de kerk, weiden, bossen en landerijen. Jean-Baptiste de Laveleye, een nijveraar uit Parijs kocht de abdijgebouwen en gronden. De nieuwe eigenaar transformeerde gedeeltelijk het oude kloostergebouw tot kasteel. Het neerhof van de abdij, tussen het kasteel en de Beselarestraat werd in zijn oorspronkelijke staat bewaard. Hier kweekte de Laveleye merinosschapen. Hij werd ook burgemeester van de gemeente in 1805 en dit tot maart 1813.
Na zijn dood in 1817 werd zijn broer Armand de nieuwe bewoner. Ook hij werd burgemeester van Zonnebeke tot 1830. Na zijn overlijden op 14 september 1839 verkocht de weduwe in 1841 het kasteel met park en vijver, moestuin en windmolen, een boomgaard en een distillerie, de hoeve met bijgebouwen, alsook enkele woonhuizen in de buurt en zij verhuisde met haar tienjarig zoontje Alfred naar Pau (Zuid-Frankrijk).
De totale eigendom bedroeg 51 ha 6 a 90 ca en werd verdeeld in 72 loten. De notarissen Christiaen (Passendale), Verlez (Zonnebeke) en Van Eecke (Ieper) organiseerden drie verkoopdagen. Op 20 oktober 1841 kochten Henri-Iweins d’Eeckhoute-Fonteyne en Emmanuel-Henri Iweins-Hynderick uit Ieper de gebouwen en de gronden van het kasteel en het park. Deze laatste familie kwam het kasteel bewonen. Emmanuel-Henri Iweins overleed in de leeftijd van 70 jaar op 17 maart 1866. Zijn jongste zoon Eugène Iweins werd de nieuwe eigenaar.
Eugène Iweins huwde op 24 augustus 1869 met Louise-Marie-Ghislaine Hynderick de Ghelcke uit Ieper. In hetzelfde jaar deed hij mee aan de plaatselijke gemeenteraadsverkiezingen en vanaf 1 januari 1871 werd hij burgemeester met een liberale meerderheid. De spanningen met de plaatselijke geestelijkheid waren nooit uit de lucht. In het gezin werden twee kinderen geboren: een dochter Ida op 27 februari 1876 (die kloosterzuster werd) en een zoon Emmanuel op 24 januari 1881. In 1884 werd de kasteelheer verslagen in de gemeenteraadsverkiezingen ten gevolge van zijn jarenlange vete met pastoor Bossaert en de voor de liberalen noodlottige schoolstrijd. Constant Vanwalleghem, zijn vroegere eerste schepen, volgde hem op als burgemeester. In 1885 wordt Eugène Iweins in de adelstand verheven met de titel van ridder.
Na de intrede van Ida in het klooster op 12 augustus 1897 kreeg vader Eugène Iweins op korte tijd drie beroerten. Het kwam nooit meer goed met zijn gezondheid en hij overleed op 5 april 1902. De jonge Emmanuel bleef nu alleen met zijn moeder op het kasteel. Op de eigen landerijen in de Beselarestraat richtte hij samen met de plaatselijke smid Charles Vanbiervliet een steenbakkerij op. Op 2 februari 1910 huwde hij met diens dochter Elvire-Marie-Joseph Vanbiervliet. Hij associeerde zich nauwer met zijn schoonvader en later met zijn schoonbroers Jerôme en Odille en liet een ultramoderne Engels ringoven bouwen op de steenbakkerij.
Tijdens de oorlog vluchtte het gezin (met toen twee kinderen) en moeder via Beveren-aan-de-IJzer, waar hun anderhalfjarig zoontje François-Eugène sterft, naar Aubervilliers in de omgeving van Parijs. Emmanuel vervoert er met eigen materiaal munitie voor de geallieerden. Daar werden nog twee dochters geboren: Denise en Bertille. In 1919 kwam Emannuel met zijn gezin terug naar Zonnebeke. Aanvankelijk woonden ze in een dubbele barak bij de kerk (nu apotheek Bouckenooghe). Hij laat eerst een conciergewoning optrekken langs de Ieperstraat (nu Culturele en Toeristische Dienst van de gemeente) die hijzelf gedurende enkele jaren betrok en ondertussen liet hij een nieuw kasteel bouwen in Normandische stijl, dus in vakwerkbouw, waarbij het houtskelet door een betonstructuur geïmiteerd werd. Het was pas voltooid in 1931 (de poort). Bruggeling Theo Raison was de architect. In tegenstelling tot zijn vader liet hij zich niet in met politiek maar des te meer met kleine pesterijen.
Emmanuel Iweins overleed op 4 februari 1957, een klein jaar na zijn echtgenote. Het kasteel bleef nu bewoond door de ongehuwde dochter Denise. Het kasteel verviel. Op 15 januari 1980 kon de gemeente het kasteel, de bijgebouwen en het park, samen 11 ha, aankopen. De gemeente heeft het kasteel opgeknapt en de wandelpaden en de vijver heraangelegd. Het domein is het cultureel centrum van de gemeente geworden met het Streekmuseum op de verdieping, permanente tentoonstellingsruimte en de gemeentelijke bibliotheek in een bijgebouw.
N.V.D.R.: Het kasteel en zijn merkwaardige bewoners spelen uiteraard een belangrijke rol in de komende theaterwandeling ‘Heerlijk Verleden’ op 29 en 30 mei. De deelnemers worden er vergast op de grillen van de zonderlinge kasteelheer Emmanuel Iweins maar worden daarna vriendelijk ontvangen in het kasteel door de charmante kasteeldame. Een ideale gelegenheid om even nader kennis te maken met de Zonnebeekse adel en hun invloed op het maatschappelijk bestel.