Op zondag 4 mei 1924 had te Zandvoorde de onthulling plaats van het gedenkteken voor de gesneuvelden van de “Royal Household Cavalry”. Dit keurregiment telde in de oorlog drie onderverdelingen: de “First Life Guards”, de “Second Life Guards” en de “Royal Horse Guards”, meestal “The Blues” genoemd. Dit regiment bestaat sinds 1661 in het Engels leger en heeft heel wat militaire successen op zijn blazoen, onder andere Waterloo. In de Eerste Wereldoorlog heeft het regiment zich onderscheiden in de 1e verdediging van Ieper (Klein-Zillebeke op 26 oktober 1914 en Zandvoorde op 30 oktober 1914). De strijd was zo hevig dat het regiment tot bijna haar laatste man verloor.
Op de plaats waar lord Morsley, schoonbroer van de beroemde “Field-Marshal” Earl Haig sneuvelde werd de gedenkzuil opgericht. Ze staat op zowat 100 m rechts van de baan, waar de Zandvoordeplaats overgaat in de Komenstraat. Het gedenkteken is een afgeknotte pyramide met daarboven een groot stenen kruis. Op de voorkant staan de namen van de gesneuvelden.
Van in de morgen heerste te Zandvoorde een ongewone drukte. Officieren, onderofficieren en soldaten van de Royal Household Cavalry overrompelden het dorp en schaarden zich in een kring rond het gedenkteken. Engelse oudstrijdersverenigingen en een bijzondere afvaardiging van elk regiment bestaande uit drie officieren, drie onderofficieren, drie soldaten en een hoornblazer schoven aan. Ook een grote groep familieleden van gesneuvelden van de slag bij Zandvoorde was aanwezig. In de vooravond, op 3 mei, rond 22.00u was de grote delegatie uit Engeland in Ieper aangekomen vanuit London, via Folkestone en Boulogne.
Onder de aanwezige overheden hadden we Veldmaarschalk Douglas Haig als vertegenwoordiger van de koning van Engeland, Kolonel Needham, Majoor Ingpen en Kapitein Westmacott, voorzitter van het “Britisch Legion”. Van Belgische zijde was er Generaal Préaux, bevelhebber van de provincie, als vertegenwoordiger van het Belgisch Leger. Hij was vergezeld van 12 officieren, 20 onderofficieren, soldaten en de muziekkapel van het 3e Linie. De burgerlijke overheid was vertegenwoordigd door Baron Janssens de Bisthoven, de gouverneur van de provincie, R. Clinckemaillie, Arrondissementscommissaris, R. Colaert, burgemeester van Ieper, L. Masquelin en de burgemeester van Zandvoorde met zijn schepenen en raadsleden.
De plechtigheid begon om 11.00u met een optreden van het muziekkorps van het 3e Linieregiment. Daarna werd een mis opgedragen door aalmoezenier J.S. Gibbs van het “Royal Household Cavalry” regiment, geassisteerd door aalmoezenier H. Tower van Windsor, ZEH Kanunnik Delaere, pastoor-deken van St.- Maartens te Ieper en E.H. Nevejan, pastoor van Zandvoorde. De gezangen, door de aanwezigen meegezongen, dreunden over de stille vlakte.
Na de religieuze plechtigheid schetste Maarschalk Douglas Haig het verloop van de ongemeen harde strijd om Zandvoorde. Diep ontroerd dankte hij de gevallen helden voor hun offer. Hij vertrouwde vervolgens het gedenkteken toe aan de goede zorgen van burgemeester Louis Masquelin. Op dat ogenblik viel de Britse vlag van het monument af en de namen van de gesneuvelden werden zichtbaar. De priesters prevelden een kort gebed, door de menigte herhaald en de klaroenen bliezen tot slot het “Te Velde”.
De Engelse gasten trokken na de middag terug naar Ieper. s’ Anderendaags stond hen opnieuw een onthulling te wachten: het gedenkteken ter nagedachtenis van het “London Scottish Regiment” te Mesen. Hier was onze Koning Albert wel aanwezig.