Begin dit jaar vernam ik toevallig dat slager Jean-Luc Verbeke uit Zandvoorde de derde generatie is die de slagerij in het dorp uitbaat. Grootvader Jules (Juliaan) begon er op die plaats mee in 1909. Ruim een eeuw het slagersvak binnen dezelfde familie leek mij een ideaal uitgangspunt om de evolutie van dit beroep in een landelijk dorp onder de loep te nemen.
Alles begint met Juliaan-Leopold (Jules) Verbeke, geboren in 1872 te Zillebeke. In 1899 huwt hij Marie-Louise (Marietje) Verbeke die in 1877 geboren is te Geluveld. Twee maal de naam Verbeke is toeval en ze zijn verder geen familie. De tak Verbeke van de kant van Jules komt oorspronkelijk uit Wervik. Het jonge paar vestigt zich te Zandvoorde (tot 1932 Zantvoorde gespeld) en huurt op de dorpsplaats een woning met slagerij en herberg ‘Au Coq’ van eigenares Madame Brel, grootmoeder van onze nationale trots Jacques Brel. Een Franse naam inderdaad, omdat de Franssprekenden in die tijd nog prominent aanwezig waren te Zandvoorde. Communautaire strubbelingen waren toen in de dorpspolitiek nooit ver weg.
Jules begint er als slager maar het was geen gemakkelijke start omdat hij op dat moment concurrentie had. Een zekere Arthur Loridan baatte er tot aan WOI ook een slagerij uit, maar die werd na de oorlog niet meer heropgestart. In die tijd was het niet uitzonderlijk dat een slager ook slachter was. Zo ook Jules die bij de boeren in de omgeving hun varkens ging slachten. Het slagersvak had hij geleerd tijdens zijn legerdienst te Antwerpen van 1892 tot 1895. Jules had er zich inderdaad ‘ingeloot’ en drie lange jaren legerdienst waren zijn lot.
Begin maart 1909 kocht een aan moederskant aangetrouwde oom Leonard Knockaert, Nardje genoemd, een stuk bouwgrond ten noorden van de kerk en liet er een woning met herberg en slagerij bouwen. De herberg was ongeveer op de plaats waar de slagerij zich nu bevindt. Jules en Marietje namen er hun intrek en volgens de familiekroniek heette het café ‘Herberg den slachter’. Dit uithangbord, door Jean-Luc ‘dessin’ genoemd, heeft hij nog altijd in zijn bezit, maar hoogstwaarschijnlijk is het een vernieuwd exemplaar van na WOI. Het lijkt zo goed als onmogelijk dat dit houten bord de oorlog overleefd zou hebben. Ook wordt in de familiegeschriften nergens vermeld dat dit meegenomen werd op de vlucht in 1914.
Kort nadat Jules slager was geworden in de nieuwe gebouwen brak inderdaad WOI uit die zijn leven volledig overhoop zou gooien. Halverwege oktober 1914 gingen Jules en Marietje met hun zeven kinderen en Kamiel, een alleenstaande inwonende broer van Marietje, op de vlucht. Jérôme, hun zoon die later de slagerij zou verderzetten, was al geboren in 1908 en maakte ook deel uit van het groepje. Ze verbleven een tijdje bij familie te Vlamertinge, maar tijdens de tweede slag om Ieper trokken ze verder westwaarts. De tocht eindigde te Guiscriff in Bretagne, waar Jules zijn stiel als slager niet kon uitoefenen.
In april 1919 kwamen Jules met zijn schoonbroer Kamiel als een van de eersten terug naar Zandvoorde. Het was één grote verwoesting en enkel omdat hij in een puinhoop op een dertigtal passen ten noorden van het kerkpuin zijn geblutste kolenbak terugvond, kon hij de resten van zijn vroegere slagerij terugvinden. In augustus 1920 kan Jules het stuk grond met het recht op oorlogsschade kopen van zijn oom Nardje en onmiddellijk begonnen ze met de wederopbouw van een woonhuis met slagerij en herberg.
In 1935 ging de gezondheidstoestand van Jules achteruit en werd de handelseigendom overgedragen aan zoon Jérôme die in 1936 zou trouwen met Bertha Carreyn. Jérôme had ondertussen van vader Jules het slagersvak geleerd. Vader Jules overleed in 1936, hij werd 64 jaar. Jérôme Verbeke was dus de tweede generatie slager te Zandvoorde. Jérôme en Bertha kregen in 1940 een zoon Albert die later ook slager werd maar zich te Hollebeke zou vestigen. Jérôme werd niet gespaard door tegenslag, want in 1951 overleed Bertha en werd hij weduwnaar. In 1953 hertrouwde hij dan met Anne Clais, een vrouw uit Bretagne. Uit dat huwelijk werd in 1957 Jean-Luc geboren die nu samen met zijn echtgenote Marleen de slagerij te Zandvoorde verderzet. Hiermee zijn we bij de derde generatie slagers aangekomen en het lijkt mij beter om nu Jean-Luc zelf aan het woord te laten, hier en daar bijgestaan door echtgenote Marleen…
Wat Jean-Luc over het slagersvak verder allemaal te vertellen heeft, kan je lezen in het Zonneheem 4/2017.