Al 6.000 jaren geleden werd in Babylon de aanwijzing gevonden van de verering van de duif, als vogel van de liefdesgodin Istar. Tijdens de 84ste Olympische Spelen van 444 vóór Chr. werd de Griek Taurosthemus winnaar in het worstelen. Van Olympia liet hij een duif naar zijn geboortedorp Aegina vliegen… om er zijn zege aan te kondigen.
Ons land mag beschouwd worden als de bakermat van de duivensport. Een reisduif die in 1805 de afstand tussen Parijs en Luik had afgelegd werd in triomf door de straten van Luik gedragen. Rond 1820 was er een prijsvlucht Londen-Antwerpen en vijf jaar later werd in Antwerpen de duivenmaatschappij ‘De Graanappel’ opgericht. Tussen 1835 en 1850 drong de duivensport door in onze provincie. In 1838 werd te Ieper de maatschappij ‘l’Ecaireur de Noë’ opgericht.
Op zondag 3 mei 1874 organiseerde de duivenkring ‘De Wilde Vlucht’ uit Zonnebeke, met lokaal in herberg ‘De Linde’, een prijsvlucht vanuit Breteuil. Vòòr Wereldoorlog I waren er te Zonnebeke ook nog de maatschappijen ‘De Verenigde Vrienden’ en ‘Eerlijk en Recht’.
Op zondag 29 augustus 1886 organiseerde de maatschappij ‘De Weerlicht’ uit Beselare, met lokaal in herberg ‘De Kroon’, hun jaarlijkse vlucht vanuit Parijs. Notaris A. Degryse fungeerde als voorzitter, het prijzengeld bedroeg 160 fr.
Vóór Wereldoorlog I was er te Zandvoorde in lokaal ‘Au Pigeon Vogageur’, gelegen nu Zillebekestraat 2, een duivenmaatschappij met de gelijknamige benaming. In de nacht van vrijdag 11 maart 1905 werd er ingebroken het duivenhok van Pierre Bourgeois, uitbater van herberg ‘A la Montagne’ up de platse. Er werden twaalf meegenomen, voor een totale waarde van 50fr. Op 6 december 1920 kwamen de landbouwgebroeders Hector en Marcel Horrent een vergunning in het gemeentehuis ophalen om duiven te mogen houden. Ze waren aangesloten aan de lokale duivenvereniging ‘De Toekomst’.
In 1921 werd te Geluveld de duivenbond ‘De Zwaluw’ opgericht, bouwaannemer Camille Petillion was er voorzitter. Anno 1932 telde Geluveld twee maatschappijen. ‘De Reisduif’, onder voorzitterschap van Henri Serruys, werd opgericht. Groot-Zonnebeke telde toen honderden melkers, nu nog een handvol per deelgemeente. De duivennostalgie is nu geschiedenis geworden.
Het volledige artikel verscheen in het Zonneheem van 2017 nr. 1.