Voor de Eerste Wereldoorlog woonde in de Ieperstraat te Zonnebeke het gezin Edmond Devos-Aeck. Zij betrokken de herberg “De Smisse” waar nu Raphaël Dehouck-Vandoorne woont.
Edmond Devos, was afkomstig van Beerst en hij had zijn Marie-Louise gevonden in café “De Mande” aan de Brieke te Zonnebeke. Zij was de dochter van herbergier en mandenmaker Petrus Aeck. Ze bediende op onberispelijke wijze (want ze kende dat al van kindsbeen af) haar talrijke klanten in “De Smisse”, een doodgewone herberg zoals er ruim 120 waren te Zonnebeke voor de Eerste Wereldoorlog.
Zoals de cafénaam laat uitschijnen was Edmond Devos smid, maar wat voor een smid. Hij was alom gekend als iemand die zeer goed paarden kon ‘beslaan’. Camiel Verbeke, de voerman van aan de Katrol, had een ‘dulle’ maar ‘kwâ’ merrie, die alleen door Edmond van nieuwe ijzers kon worden voorzien. Hij was vooral ook een specialist in het maken van smeealaam zoals spaden, houwelen, kapmessen… in zijn smisse naast de herberg. In die tijd werd allerlei alaam nog eigenhandig vervaardigd door de lokale smid. Langs weerskanten een blad Zweeds ijzer met ertussen een stuk staal, aan elkaar lassen en dan maar uitslaan tot dikke zweetdruppels van het gezicht gutsten. Zo ontstond een spade. Ook de hoefijzers voor de paarden werden zelf gemaakt. Na het uitslaan volgde het draaien aan de slijpsteen, soms uren aan een stuk maar daarvoor werden de oudste kinderen ingezet. Wie het draaien aan de slijpsteen niet gewoon was, had er na de eerste spade zeker al zijn buik van vol. Het alaam van Edmond was van ongeëvenaarde kwaliteit. Iedere briekenbakker of aardewerker in de streek wist wel wat Voskens-alaam was.
De reputatie van Edmond Devos werd uitgedragen en weldra moest hij helpers in dienst nemen om aan de vraag te kunnen voldoen. Buurman Hector Boudry, een schoenmaker van beroep, maar een boom van een vent, kwam in de fleur van zijn leven in loondienst. Hij dronk toch zo graag een ‘druppelke korten drank’ en gezien Marie-Louise een vergunning had om likeur te verkopen, heeft hij er wel 1.000 soldaat gemaakt. Een andere uitstekende helper was de jonge Sylvère Noyez van aan de Brieke. Hij was specialist in het slijpen en samen met zoon Leon Devos was vijf spaden na elkaar slijpen een kaf aan hun hielen.
Het kwam zelfs zover dat Edmond Devos vele jaren hoefijzers en smeealaam heeft gemaakt voor het ijzermagazijn van de gebroeders Baus in de Rijselstraat te Ieper. Op hun beurt verkochten zij het materiaal aan hun cliënten-smeden van Ieper en het omliggende. Voerman Vallaeys uit Passendale deed het vervoer van het Voskes-alaam naar Ieper op zaterdagmorgen (tussen de boerinnen die met hun boter- en eierkorven naar de markt werden gevoerd?).
Ondertussen werden de kinderen groter. Om mee te gaan met de tijd begonnen de “Voskes” nu ook een fietsen- en motohandel en dito garage naast “De Smisse”. Ook nu kwamen herhaaldelijk klanten van buiten Zonnebeke langs voor een nieuwe ‘vehikel’.
Na de Eerste Wereldoorlog is familie Devos-Aeck niet meer naar Zonnebeke teruggekomen. Een stukje dorpsgeschiedenis werd al weer afgesloten. Dat de familie Devos van aanpakken weet hebben ze na de oorlog verder bewezen in Ieper. De zonen Jules (°Poperinge 05/10/1880) en Leon Devos (°Zonnebeke 15/05/1890), gehuwd met Alice Vanwelden, werden de stichters van de nu nog altijd bloeiende Ford-autoconcessie te Ieper. Ook hun zusters Maria, Emma en Bertha Devos hebben Zonnebeke verlaten om elders het geluk te beproeven.