Tussen 1840 en 1850 (vermoedelijk in 1848) werd te Passendale een leerweefschool opgericht. Deze oprichting, onder impuls van burgemeester Charles Bayart en van notaris en gemeentesecretaris Melchior Christiaen, had alles te maken met de crisisjaren van die tijd. Een hardnekkige aardappelplaag in 1847-1848 zorgde immers voor hongersnood en een ‘geschoolde’ werkman meer of minder scheelde een hele slok op de borrel voor de aankoop van alternatieve voedingswaren voor het arbeidersgezin. Rond dezelfde tijd werd ook te Moorslede een leerweefschool opgericht. De nieuwe school viel in de smaak bij de arme (arbeiders)bevolking en groeide snel. Vanaf 1864 kreeg de weefschool (zoals ze in de volksmond werd genoemd) via Koninklijk Besluit een jaarlijkse financiële steun. In dat eerste jaar werd 900 fr. uitbetaald.
Lodewijk Antoon Moenaert, afkomstig van Beveren-Roeselare en gehuwd met de Passendaalse Theresia Devos werd vrij vlug als onderwijzer van de gemeentelijke leerweefschool benoemd. Op 19 september 1876 volgde zijn zoon Victor Moenaert ( ° Beveren-Roeselare 28 mei 1859) hem op. Het gemeentebestuur bepaalde zijn wedde op 750 fr. per jaar en zou daarnaast een gratis woonst ter beschikking stellen. Van die gratis woonst is uiteindelijk niets in huis gekomen en na herhaaldelijk protest van Victor werd ter compensatie zijn wedde in 1880 verhoogd tot 800 fr. . Vier jaar later bedroeg de jaarwedde al 950 fr. Victor is op 2 oktober 1889 gehuwd met de Passendaalse naaister Leonia Virginia Clinckemaillie ( ° Passendale 6 oktober 1859), dochter van herbergier Karel Clinckemaillie en Amelia Hacke.
De Moenaerts waren graag geziene figuren op de gemeente en zij vochten als duivels in een wijwatervat voor de expansie van hun school in de Tuimelarestraat. Maar er begon zware tegenwind te komen. Er was niet alleen de schoolstrijd van 1879-1884 die grote verdeeldheid zaaide, tot zelfs in de kleinste dorpen, tussen liberaal- en katholiekgezinden. De schoolstrijd liet ook de weefschool niet onberoerd. Erger nog was de felle hetze die de meisjesschool voerde tegen de leerweefschool. De school had een spellewerkklas opgericht voor de oudste meisjes en zuster Marie-Gabriëlle (Marie Dubliquy), die voor de spellewerkklas stond, kon het niet dulden dat Victor Moenaert meisjes rekruteerde voor de weefschool die eerder op de textielindustrie was aangewezen Deze meisjes zouden anders ongetwijfeld naar de spellewerkschool van de zusters getrokken zijn. Zij waarschuwde de ouders van de kinderen voor het verderf van het opkomende socialisme in de (Franse) textielfabrieken. Het werd een jarenlange bitsige strijd waarbij beide scholen op termijn verliezer werden. Immers, eind de 19e eeuw beleefde de textielsector een laagconjunctuur en de huisweefgetouwen hadden al eerder de plaats moeten ruimen voor stoomwerktuigen in de fabrieken. Deze hadden het thuis weven en bijgevolg de winterse bijverdienste van veel gezinnen verdreven.
In 1907 had de leerweefschool geen reden van bestaan meer en ze werd opgedoekt. De spellewerkklas van de meisjesschool bleef het uithouden tot 1914 maar de oorlog betekende ook voor haar de zwanenzang. De weefschool werd omgebouwd tot een nieuw gemeentehuis en vredegerecht in 1908.
Meester Lodewijk Moenaert is op 83-jarige leeftijd op 13 mei 1909 gestorven. Met veel geduld had hij honderden jongeren van voornamelijk Passendale en Westrozebeke het beroep van wever aangeleerd. Hij werd onder grote belangstelling en met heel veel eerbetoon, zelfs met enkele lijkredes, te Passendale ten grave gedragen.