Wie regelmatig een kerk bezoekt, heeft ongetwijfeld al chronogrammen opgemerkt op beelden of grafmonumenten. Misschien is dit vreemde woord je niet bekend of heb je er nooit bij stilgestaan. Een chronogram is een jaarschrift (chrono is het Griekse woord voor tijd). Door alle letters die tevens een Romeins cijfer zijn in een bepaalde zin (meestal een Latijnse) op te tellen, krijg je een getal. Dit is dan een jaartal dat iets over het gedenkteken (meestal het oprichtingsjaar) zegt.
De Romeinse cijfers zijn de M voor 1.000, D voor 500, C voor 100, L voor 50, X voor 10, V voor 5 en I voor 1. Wel moet je in acht nemen dat in het Latijn de V en de U op dezelfde wijze geschreven worden, evenals de I en de J. De in aanmerking te nemen letters (of moeten we zeggen cijfers) in een chronogram zijn meestal wat groter of staan in een kleurtje.
Bij de Romeinen heeft de plaats van het cijfer in het getal niet dezelfde betekenis als in ons getallenstelsel. Bij 111 bijvoorbeeld, staat bij ons modern getallenstelsel de eerste 1 voor 100, de 2e 1 voor 10 en de 3e voor 1. De waarde van een Romeins getal, vind je door alle cijfers bij elkaar op te tellen. III is dus gewoon I + I + I = 3. Als een kleine waarde vóór een grotere staat, moet je die van de grotere waarde aftrekken. Zo is de waarde van CM: 1000 – 100 = 900. In principe zijn alleen de combinaties IV (in plaats van IIII), IX, XL, XC, CD en CM toegelaten maar de regels worden niet altijd even strikt toegepast.
Ongetwijfeld waren er in onze vooroorlogse kerken chronogrammen. Valeer Pil vermeldt in elk geval in zijn boek ‘Zonnebeke. Heerlijk verleden en zonnig heden’ twee chronogrammen op een klok. In 1698 viel de toren van de Zonnebeekse abdijkerk in. Een restauratie drong zich op en tezelfdertijd werden drie torenklokken hergoten. In 1706 was de klus geklaard. Bij de Eerste Wereldoorlog bestond nog één van die klokken. Joannes Baptiste was haar naam. Men las er het volgende op: “PER VARIOS CASUS TURRIS SUBIECTA RUINIS HAUD EGO LAESA FUI: AT RURSUM UT SIM CONSONA FUNDOR”, vertaald als: “Bij verschillende instortingen van de toren ben ik ongedeerd uit het puin opgestaan en nu ben ik hergoten om akkoord te luiden”. Het betreft hier een dubbel chronogram want als je de Romeinse cijfers optelt, krijg je het getal 3.412, namelijk 2 x 1.706. Daaronder stond nog een tweede gewoon chronogram met de waarde 1.706: “NOMINA SI POSCIS DICOR BAPTISTA JOANNES” (“Vraagt u mijn naam, ik heet Baptista Joannes”).
Hoewel chronogrammen vooral uit de 17e en de 18e eeuw dateren, vinden we in Passendale er eentje van na de oorlog terug. Op het oorlogsmonument dat er in 2001 verhuisde van het marktplein naar het pleintje voor de kerk vinden we op de achterkant volgend jaarschrift terug: “VIT OORLOGS-ASCH OPRIJZEND IS PASSCENDAELE CHRISTVS-KONING TOEGEWIJD” (waarbij we de W moeten beschouwen als V V). De vetgedrukte Romeinse cijfers zijn extra in het zwart gezet.
Eigenlijk is het ‘oorlogsgedenkteken’, van de hand van Deinzenaar Antoon Van Parijs, een beeld toegewijd aan Christus-Koning. Door een moeizaam bereikt compromis tussen de gemeentelijke en de kerkelijke overheid en de plaatselijke oud-strijdersvereniging V.O.S., werden de namen van de gesneuvelden en burgerslachtoffers van de Eerste, en later van de Tweede Wereldoorlog, in de zijkanten van dit Kristus-Koningbeeld gebeiteld. Het 6,41 m hoge monument werd opgetrokken op de linkermarkt vóór het gemeentehuis
Het ‘oorlogsmonunent’ is altijd omstreden geweest te Passendale. Het disproportionele beeld stemde helemaal niet overeen met de sierlijke Romaanse bouwtrant van de kerk of met het algemeen zicht van de nieuwe markt in Vlaamse stijl. Het gedenkteken stond ook ongelukkig ingeplant op het marktplein zelf, noch parallel met het gemeentehuis noch met de kerk. Toch stootten de plannen voor verhuis er van naar de hoek van de gemeentelijke begraafplaats naast café ‘Vlaanderen’ in 1959 op fel verzet. Met de dorpskernhernieuwing in 2001 werd het omstreden monument uiteindelijk toch verplaatst naar de kerkhofkant links naast de kerkingang.
Ondertussen heb je ongetwijfeld al uitgerekend via het chronogram wanneer dit monument in het Passendaals straatbeeld kwam. Inderdaad, in 1928. Op 24 juni van dat jaar werd het plechtig ingewijd.