Vóór de Eerste Wereldoorlog stond het kasteel te Zonnebeke heel dicht bij de kerk en het was eigenlijk een grondige verbouwing van de abdij die in 1797 door de Franse bezetters was geconfisqueerd en openbaar verkocht. Joannes-Baptiste de Laveleye, een rijke jonkman en nijveraar uit Kortrijk, kocht de abdij. Hij was van 1805 tot 1813 burgemeester (maire) van de gemeente.
Hij wijzigde grondig het uitzicht van de vroegere abdij en wiste hierbij zoveel mogelijk de sporen uit van het religieuze verleden van de gebouwen. Tijdens de langdurige verbouwingsperiode woonde hij in het ‘Neerhof van de abdij’ de vroegere abdijhoeve tussen de abdij en de Beselarestraat (nu Dr. Berten Pilstraat). Het was het enige gebouw dat in zijn oorspronkelijke staat (1676) bewaard bleef. Deze hoeve, in typisch Vlaamse abdijstijl opgetrokken met zware muren, hoge trapgevels en renaissanceramen, was toegankelijk via de toegangspoort langs de Beselarestraat. Op het erf van de hoeve stond een duiventoren. Jean-Baptiste heeft die rond 1815 laten ombouwen tot een (kleine) stenen windmolen
Na zijn overlijden in 1817 werden zijn broer Amandus de Laveleye, getrouwd met Henriette Charpentier en hun twee kinderen de eigenaar van het kasteel. Zij gingen net als hun voorganger Jean-Baptiste de Laveleye in het ‘Neerhof’ wonen en Amandus werd eveneens burgemeester van Zonnebeke tot 1830. Op 14 september 1839 overleed hij op 54-jarige leeftijd en zijn weduwe en de kinderen verhuisden naar Pau (Fr.).
De eigendom, 51 ha 6 a 90 ca groot, en bestaande uit: kasteel, vijver, park, schaaphofstede, ommuurde groentetuin, boomgaard, molen, weiden en landerijen werd openbaar verkocht in oktober 1841. De rijke adellijke familie Iweins uit Ieper kocht het onroerend goed en Henri-François Iweins (°Ieper 19/05/1811) getrouwd met Pauline Fonteyne (°Ieper 26/05/1818) werden de nieuwe bewoners. Hij was schepen te Ieper en gebruikte het Zonnebeekse kasteel eerder als buitenverblijf. Pauline kon echter niet aarden in de vochtige kasteelomgeving en in 1845 verkochten ze hun Zonnebeekse bezittingen aan hun neef (en deels medekoper in 1841) Emmanuel Iweins (°Ieper 25/12/1795), getrouwd met Stéphanie Hynderick (°Ieper 01/09/1806). Zij kwamen vast te Zonnebeke wonen in het eigenlijke kasteel en lieten nog heel wat werken uitvoeren aan de vroegere abdijgebouwen. Als grote muziekliefhebbers lieten ze in de tuin zelfs een muziekzaal in neogotische stijl optrekken.
Vanaf nu werden de molen en het ‘Neerhof’ verhuurd. De molen werd steeds uitgebaat door een nazaat (Clemens en Henri) van de familie Desiré Verfaillie-Vermeersch, molenaar en eigenaar van de Kleine Molen (de vroegere banmolen van de heerlijkheid van Rolleghem) in de Langemarkstraat. De vele pachters van de kasteelheer vormden het grootste deel van het molenaarscliënteel. Eind 1890 werd de molen in een helse storm volledig vernield.
Ook de kasteelhoeve werd dus verhuurd aan boeren ‘van goede afkomst’. Zo boerden sinds 1873 Fidèle Vermeulen (°Ieper 01/03/1847) en Emilie Doom (°Zonnebeke 19/07/1843) op de kasteelhoeve. Op zondag 29 november 1885 was Fidèle naar de eerste mis van 06.30u vertrokken. Emilie bevond zich in de keuken. Via een schuifraam drong op dat moment een inbreker binnen in de slaapkamer die aangrensde aan de keuken. Eén van de brandkasten die in de slaapkamer stond, werd geopend. Hoewel zij gesloten was, vond men achteraf het slot niet gebroken of beschadigd. De dief roofde een karton uit de koffer waarin 2.400 fr. lag, heel wat gouden juwelen en een gouden zakuurwerk. Het karton werd later teruggevonden in de kasteeltuin. In de koffer lagen nog andere juwelen en waardestukken maar die werden niet aangeraakt. Het gestolen bedrag betekende toen ontzettend veel geld, meer dan 100.000 euro vandaag. Volgens het onderzoek door de rijkswacht waren de dieven met zijn tweeën. Op diverse andere plaatsten in Zonnebeke werd die zondagochtend ingebroken. Het slechte nieuws verspreidde zich als een lopend vuur in de gemeente. Het is ons onbekend of de daders konden worden gevat.
Na het omver waaien van de kasteelmolen werd de molenaar Henri Verfaillie-Lestienne eind 1891 de nieuwe uitbater van de kasteelhoeve. Hij bleef op de hoeve tot september 1914. Toen kwamen nieuwe huurders, het landbouwersgezin Jean Verlinde-Vanlerberghe, maar het zal slechts voor enkele weken geweest zijn want op 20 oktober werden alle Zonnebekenaren verplicht hun biezen te pakken voor het naderende oorlogsgeweld.