Op 1 februari 1875 overleed te Passendale de 23-jarige Sylvain Christiaen (° Passendale 10 oktober 1851) ten gevolge van een slepende ziekte. Hij was de zoon van Melchior en Virginie Vanhaverbeke. Melchior werd geboren te Ichtegem op 2 augustus 1800 en studeerde voor advocaat en notaris. Rond 1930, na het overlijden van zijn ouders, verliet hij Ichtegem en hij werd notaris te Zonnebeke en Passendale. In 1831 werd hij eveneens gemeentesecretaris te Zonnebeke en vanaf 1835 te Passendale. Hij huwde in 1837 met de rijke Passendaalse brouwersdochter Virginie Vanhaverbeke (° Passendale 9 januari 1809). Het gezin woonde op de hoek van de Kapellestraat (nu 4e Regiment Karabinierstraat) en de Molenstraat en kreeg negen kinderen maar de familie bleef niet van verdriet gespaard. Twee zoons stierven kort na de geboorte in 1841 en 1848 en twee zonen en een dochter overleden tussen de leeftijd van 16 en 39 jaar. De jongste telg Sylvain was bij zijn overlijden sinds bijna vier jaar student aan de rechtsfaculteit van de Katholieke Universiteit te Leuven en hij kon later zijn vader als notaris hebben opgevolgd te meer omdat zijn broer Jules Victor, eveneens advocaat en notaris, op 39-jarige leeftijd stierf op 17 januari 1885. Melchior Christiaen zelf overleed op 12 juni 1886 te Passendale. Via een Koninklijk Besluit van 12 februari 1888 werd hij als notaris te Passendale opgevolgd door zijn kleinzoon Karel Begerem.
Op donderdag 4 februari 1875 werd Sylvain begraven. Een immense mensenzee was in de kerkdienst aanwezig om een laatste hulde te brengen aan de overledene en te delen in de rouw van de familie. Op het kerkhof sprak Emile Lahousse die met Sylvain op het college zat en zijn meest intieme jeugdvriend was een lijkrede uit in het “Vlaams”. Hij beschreef voor de snikkende menigte de uitzonderlijke gaven waarover Sylvain vanaf zijn kinderjaren had beschikt en die hem zo geliefd hadden gemaakt bij de medeleerlingen. Namens de collega’s studenten aan de rechtsfaculteit sprak vervolgens Victor Begerem voor de open graftombe. Hij prees Sylvain voor de vlotheid waarmee hij zijn moedertaal hanteerde, voor zijn studie-ijver, voor zijn zachtaardig karakter, voor zijn aangename omgang en zijn hartelijkheid. Het verschafte hem de sympathie van een grote schare medestudenten. Hij was ook een hevige voorvechter voor de opwaardering van het Nederlands als lid van de vereniging “Met tijd en vlijt” te Leuven. Een veelbelovend jong leven was voor altijd verloren voor en te Passendale.
Van de overgebleven kinderen van de notaris verlieten Leonida (° Passendale 8 augustus 1837), getrouwd met de Kortrijkse fabrikant Charles Begerem, Hector (° Passendale 14 januari 1940), vrederechter, en Delphine (° Passendale 29 oktober 1843), gehuwd met een advocaat, de gemeente Passendale.
De jongste toen nog in leven, Emile (° Passendale 24 juni 1849) bleef in de ouderlijke woning te Passendale wonen en creëerde zich als uitvinder een fameuze reputatie in de regio. Hij was electrieker-constructeur en in die hoedanigheid was hij specialist in de inrichting van “telephonische liniën met den micrografischen (stem versterkenden) overzetter”. Hierop nam hij brevet en hij kreeg een medaille op de Wereldtentoonstelling van Antwerpen in 1885. Samen met zijn kompaan Jean-Louis Lescouwier uit Bikschote, vond hij de microfoon uit, een telefoon met kas, voorzien van een trechter waarin men spreekt. De houten kassen werden gemaakt door de Passendaalse timmerman Louis Germonprez. De uitvinders legden een proefverbinding aan tussen de stations van Roeselare en Passendale-Moorslede en het allereerste telefoongesprek op zo’n lange afstand lukte verbluffend. De uitvinders lieten zich echter door gewiekste zakenmannen de knowhow van hun uitvinding ontfutselen en ze konden ze aldus nooit commercialiseren.
In diezelfde periode heeft Emile Christiaen zich ook zeer verdienstelijk gemaakt in de fotografie. Hij vond een nieuw procédé uit om bij middel van daglicht foto’s te vergroten. Daarmee nam in 1893 deel aan een grote internationale prijskamp voor fotografie, ontwikkeling en vergroten te Hamburg. Hij behaalde er de eerste prijs met eremerk en de grootste onderscheiding. Bij zijn terugkeer in Brussel werd hij feestelijk onthaald en gelukgewenst door de meest bekende Belgische fotograven. Er werd een groepsfoto gemaakt met als onderschrift: “Souvenir à la Manifestation à l’honneur de Mr Emile Christiaen, amateur photographe à Passchendaele, Membre de la Société de photographie de Courtrai, Lauréat au concours international de Hambourg 1893.”
Emile was beroepshalve ook heel lang hoofdagent van de F.N.-fabrieken te Herstal voor onze provincie en hij was ook de eigenaar van de allereerste auto te Passendale. Hij was gehuwd met Céline De Volder.