Dinsdagavond, Sint-Niklaasdag 6 december 1939 rond 21.00u, waren Henri Wicke, toeziener van waters en bossen uit Ieper, jachtwachter Titeca uit Ieper en Camiel Bruneel jachtwachter en wonend te Hollebeke, op dienstronde in Beselare.
Zij kwamen enkele stropers op het spoor die met de lichtbak de omgeving afspeurden. Ze naderden behoedzaam. Op een 60 à 70 meter van de pensjagers gekomen, zette Henri Wicke plots zijn verstraler op. De lichtstraal viel op de twee broers Paul en Jef uit Beselare, alom gekend als verwoede stropers.
Verblind door het felle licht keerde Jef zich om en vuurde in de richting van de verstraler, waarna beiden de vlucht namen. Het vuur werd beantwoord door Henri Wicke. Pensejager Paul werd door de hagel getroffen in het linkeroog, het linkerbeen en de linkerbil. Hij kon gevat worden. Ook zijn broer Jef werd later thuis opgepakt. Beiden werden langdurig ondervraagd. Jef loochende dat hij geschoten had. Proces-verbaal werd opgesteld.
Woensdagnamiddag 7 december werd Jef voorgeleid voor de heer onderzoeksrechter Devos de Moldergem. Voor de onderzoeksrechter bleef Jef beweren dat hij niet geschoten had maar dat tijdens de vlucht het geweer door het hotsebotsen moet afgegaan zijn. Een aanhoudingsmandaat werd tegen hem uitgevaardigd. Hij werd tegen de avond naar de gevangenis van Kortrijk overgebracht. De pet van jachtwachter Titeca, waarin loodkorreltjes staken, afkomstig van de schoten, werd in beslag genomen en als bewijsmateriaal aan het Parket van Ieper overgemaakt. Ook de lichtbak en het geweer werden aangeslagen.