Gedurende het grootste gedeelte van 19e eeuw bekleedden de kasteelheren Keingiaert de Gheluvelt het burgemeesterambt te Geluveld. In 1800 was Louis Bruno Keigiaert “maire” (Franse tijd) van Gheluvelt. Tot 1813 volgde toen geregeld een ‘stoeltjesdans’. In die periode was Louis Bruno zeker nog burgemeester tussen 1802 en 1806. Vanaf 1813 werd Charles de Jacob d’ Ougny de burgemeester tot aan zijn overlijden in 1822.
Vanaf 1824 tot 11 augustus 1876 was de burgemeestersjerp onafgebroken in handen van een Keingiaert de Gheluvelt. Aanvankelijk was Bruno Ghislain de burgemeester tot aan zijn dood in 1833 en hij werd opgevolgd door zijn jongere broer François Bruno Keingiaert. Die overleed te Ieper op 11 augustus 1876 en was gedurende 43 jaar de burgemeester van telkens een liberale bewindsploeg te Geluveld. Vanaf 1879 werd Jules de Laveleye, die andere liberale kasteelheer van het Polderhoekkasteel, de nieuwe burgemeester.
François Bruno Keingiaert was een geliefde burgemeester die veel realiseerde te Geluveld. Hij stichtte en financierde de schuttersgilde Sint-Sebastiaan in 1836. Hij verleende alom hulp in de periode van hongersnood tussen 1845 en 1852 en introduceerde massaal het vlas zwingelen als welgekomen bijverdienste in menig arbeidersgezin. Hij bevorderde de werkgelegenheid door de verharding van straten en wegen in de gemeente. Ook het plaatselijk onderwijs lag hem nauw aan het hart.
Voor dit alles werd de burgemeester in november 1866 tot ridder in de Léopoldsorde benoemd door Koning Léopold II. Maandagnamiddag 13 november was een feestdag te Geluveld. Uit heel veel ramen hingen driekleurige vlaggen te wapperen. Het muziekkorps van de brandweer van Ieper, de schutters van de Sint-Sebastiaansgilde, de leerlingen van de gemeenteschool en de leden van het gemeente- en armenbestuur vormden een bonte stoet naar het kasteel van François Bruno Keingiaert. Daar werd hij bestookt met gelukwensen en bombastische redevoeringen namens de gemeente, de gemeenteschool, de schuttersgilde, de Ieperse brandweer, en Sint-Sebastiaan Ieper.
Na een ontroerend dankwoord van de burgemeester werd hij meegetroond naar het gemeentehuis in herberg “Het Gemeentehuis” waar een erewijn werd aangeboden. Alle dorpscafés liepen vol met feestende mensen en kanonschoten deden de lucht trillen. Om 05.00u bood de burgemeester aan de eregenodigden een warm onthaal aan in het kasteel. Ook hier vloeide de wijn rijkelijk. Door de neergutsende regen werd de fakkeltocht ’s avonds afgelast.
Op dinsdag 1 oktober 1872 was het alweer feest voor de burgemeester. Na opnieuw een overwinning in de gemeenteraadsverkiezingen van 1 juli 1872, werd de burgemeester en zijn gemeentebestuur plechtig ingehuldigd. Die dag werd er heel wat gegeten. Noch de ouderlingen, noch de armen, noch de schoolkinderen werden hierbij vergeten. Het muziekkorps van Zonnebeke trok herhaaldelijk door de dorpskom en liet haar mooiste deuntjes horen. De ‘platse’ was prachtig versierd met erehagen en nationale vlaggen. ‘s Avonds was de dorpsplaats feestelijk verlicht en een fakkeltocht onder begeleiding van de vermaarde harmonie Iweins met de prachtige uniformen uit Zonnebeke, besloot het schitterend feest. Heel veel volk had die dag te Geluveld een mooie hulde meegemaakt.
Op maandag 7 oktober pakte schepen van de gemeente Jules de Laveleye – hij was trouwens ook kasteelheer – uit met een banket dat hij namens de gemeenteraad aanbood aan de burgemeester en de notabelen van het dorp als erkentelijkheid en blijk van voldoening voor de geslaagde feesten van 1 oktober. De feestweek bleef lang nazinderen te Geluveld.