Fredericus Ludovicus Mylle (zo stond het in zijn geboorteakte) werd geboren te Passendale op 2 januari 1852. Hij was de zoon van landbouwer Ludovicus (Louis) Bernardus Mille (° 05/04/1820) en Barbara Thérèse Van Elslande (° 02/11/1813).
Louis en Barbara waren gehuwd op 30 januari 1851 en Barbara was toen reeds weduwe van Cornelius Clinckemaillie. Fredericus huwde op 5 oktober 1883 te Dadizele met Louisa Paulina Ingelbeen (° 06/04/1855) een landbouwersdochter uit Dadizele. Op het moment van zijn huwelijk woonde Fredericus met zijn ouders te Oostnieuwkerke en hij stond er ingeschreven als houtkoopman. Het is slechts in zijn geboorteakte dat we de naam Mylle vinden. In alle andere schriftelijke documenten wordt hij Mille genoemd. Diverse van die documenten zijn door hemzelf ondertekend met F. Mille.
Behalve over zijn overlijden (te Vinkem op 20 maart 1918) zijn geen verdere biografische gegevens gekend. Het feit dat hij overleed te Vinkem in 1918 kan suggereren dat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog als onderwijzer (of muziekleraar) fungeerde in de aldaar door koningin Elisabeth opgerichte schoolkolonie voor binnenlandse vluchtelingenkinderen (l’Ecole de la Reine) in het kleine stukje onbezet België, de Westhoek. Wel staat vast dat hij net voor de oorlog te Asse woonde. Wanneer hij Passendale verliet, of hij kinderen had en of er nog sporen zijn van die familie te Passendale of de andere deelgemeenten, daar hebben wij het raden naar.
Hij componeerde heel wat Vlaamse (strijd)liederen waaronder de bekendste zijn:
- ‘Tabak en koffie’, op tekst van Hendrik Conscience.
- ‘In Vlaanderen’, op tekst van Albrecht Rodenbach uit 1875. Dit lied stond in Asse op het programma van het 11 juliconcert in 1910 van de harmonie der Katholieke Gilde onder leiding van Gustaaf Pape.
- ‘Wie kan u ooit vergeten’. Stadsbeiaardier Noël Igodt plaatste dit lied op het programma van het beiaardconcert dat ter gelegenheid van 11 juli 1912 te Ieper werd gehouden en in het teken stond van ‘Het Eeuwfeest van den Grooten Vlaming Conscience’.
- ‘Vragen naar God’.
- ‘Voor Vader en Moeder’.
- ‘Avondlied’. Deze laatste liederen werden geschreven door zijn leeftijdsgenoot, Theodoor Sevens (° Kinrooi 16/05/1848 – + Kortrijk 10/04/1927) onderwijzer te Lissewege, Dudzele, Lapscheure en later hoofdonderwijzer en archivaris te Kortrijk. Hij schreef onder andere de dichtbundel: “Liederen en andere gedichten voor de Jeugd”. Frederik Mylle was de toondichter van zes liederen uit deze dichtbundel.
- ‘Hulde aan Zijne Majesteit Leopold II’. Dit lied is één van zijn eerste composities (Gent 1890).
- ‘Des morgens als de zonne…’
In een boekje van 1911 “Vlaamsche liederenverzameling voor school en huis” van C. Boudolf en H. Defoort, uitgegeven door Karel Beyaert uit Brugge, staan eveneens diverse werken van Frederik Mylle opgenomen.
Wegens de onduidelijkheid betreffende de schrijfwijze van zijn naam (Mylle of Mille) is het niet gemakkelijk om zijn volledig oeuvre samen te stellen. Vast staat eveneens dat hij geruime tijd nationaal bestuurslid was van de (liberale) cultuurvereniging het Willemsfonds.