20 oktober 1914, schuwe dinsdag! Het oorlogsgeweld, aanrukkend vanuit het oosten, slaat toe in onze streek. Voor alle inwoners geldt het militaire bevel om hebben en goed te verlaten en onmiddellijk (voor enkele dagen) te vluchten naar Ieper of verder. De uittocht is massaal en hartverscheurend.
Het bevel gold ook voor de zusters van O.-L.-Vrouw ten Bunderen in het klooster te Zonnebeke. Op die bewuste dinsdag 20 oktober gaf Moeder Ursula de sleutels van het klooster aan kapitein Sir Dundas uit Schotland en nam met de overige zusters de vlucht. De kloostergebouwen waren sinds ruim een week door 300 Britse soldaten bezet. Ze stonden onder leiding van Lord Home, een adellijke zoon van Douglas Castle in Schotland. Hij logeerde bij onderpastoor E. H. Cyriel Declercq. De zusters moesten al die tijd gekwetsten verzorgen en instaan voor ravitaillering van de Britse soldaten.
Drie zusters verkozen om alsnog in het klooster te blijven. Het waren Bernardine Vanderougstraete, Ida Vanhoutte en Theodora Bafcop (zuster Bernarde). Ze wilden blijven zorgen voor de gewonde soldaten en de bedlegerige oude vader van een van hen in het bejaardenhuis. Op 21 oktober geraakten de gevluchte zusters samen met enkele bejaarden, weesmeisjes en pensionaires in het filiaal van ten Bunderen te Proven. Enkele dagen later kwam zuster Bernarde er toch aan met haar zieke vader op een kruiwagen.
In Proven ontmoetten de zusters de Engelse kapitein Lawford. Hij raadde de zusters aan naar Engeland uit te wijken. Moeder Ursula Deleu en de zusters Angeline Bouckaert, Regina Vercruysse en Rachel Reynaert trokken op 5 december ‘op verkenning’. In Londen, waar ze les gaven aan kinderen van vluchtelingen, vernamen ze dat een Schotse adellijke dame één van haar kastelen te Bothwell Castle, in de omgeving van Glasgow, voor hen wilde openstellen. De eigenaars van het kasteel waren, hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, Earl Home en Lady Home, de ouders van Lord Home, de Schotse hoge officier en de schoonouders van kapitein Dundas, die ze beide hadden leren kennen in hun klooster te Zonnebeke de week voor de vlucht. Lady Home wilde 30 vluchtelingen herbergen in haar kasteel.
De achtergebleven zusters in het onbezette België werden van het heuglijke nieuws op de hoogte gebracht en in groepjes kwamen uiteindelijk 20 zusters (de laatste in juli 1915) aan in Schotland. Het was een pracht van een middeleeuws kasteel, een droom van een park en bovenal was Lady Home een schat van een gastvrouw. Op 9 februari kregen de zusters een Belg E. H. Prof. Octave Claeys, een Bruggeling als geestelijke leider. De zusters hielden zich aanvankelijk bezig met huishoudelijk werk, kantklossen en onderwijs in de Franse taal in het pensionaat van de Franciscanessen in de buurt.
Meer en meer Belgische families kwamen zich in de omgeving van Glasgow vestigen en de zusters van Bothwell Castle werden gevraagd scholen voor de Belgische kinderen te openen. Drie scholen kwamen tot stand te Glasgow Gallowgate, te Paisley en te Glasgow-Center of Garnethill. De zusters deden er uitstekend werk. De drie scholen bleven geopend tot 20 mei 1919. Dagelijks gingen de zusters naar het kasteel terug behalve die van Garnethill, die een flat hadden gehuurd omdat ze te ver van Bothwell werkten. Vanaf september 1916 slonk het aantal zusters op het kasteel want de Belgische regering stuurde zes zusters naar de Franse kinderkolonies. Ze kwamen terecht in Sainte-Austerberthe (omgeving van Le Havre) in het chateau de Grosfils, waar ze tot in 1919 onderwijs verstrekten aan Belgische jongens van de IJzerstreek. In de zomer van 1919 keerden alle kloosterlingen terug naar Zonnebeke.
Op 11 december december 1931 arriveerde in Ten Bunderen te Moorslede een prachtig schilderij, kopie van Murillo’s ‘Hemelvaart van Maria’. Het schilderij werd afgezonden door generaal Lord Home, Earl of Douglas Castle, zoon van Lady Home zaliger. Zij had op haar sterfbed de wens uitgedrukt dat het schilderij na haar overlijden aan het klooster te Moorslede zou worden geschonken. De zusters koesterden het schilderij van de nobele dame die zoveel voor hen had betekend in de lange en benarde oorlogsjaren.