- Op de Leeghe plaetse, ook genoemd de Groote plaetse, staat een herberg zonder ensigne maar gekend als “Den Hert” (nu Ieperstraat 32, winkel Cyriel Muylle). Het was er tevens wethuis. De herberg bestaat sinds zeer lang en is eigendom van de heerlijkheid van de abdij sinds 1486. Aan de herberg was eveneens een brouwerij verbonden. Het volledig pand werd door brand vernield in 1723 maar hetzelfde jaar nog heropgebouwd. Op het ogenblik van de inventarisatie van 1779 is Gerardus De Smet de uitbater.
- Op de Hooghe of Cleeneplaetse (omgeving van de kerk) was herberg “Het Schaeck”, thans “Het Jagershof” bij André Jaecques. De oude herberg was indertijd eigendom van de wereldlijke heerlijkheid Van Rolleghem en fungeerde toen ook als wethuis. De uitbaatster van de herberg is Petronille Thérèse Platteau, weduwe van Pieter Jacobus Van Den Bulcke.
- Langs de grote baan van Zonnebeke naar Moorslede, op het kruispunt met de Dosselstraat, gekend als de wijk de Brootseinde, staat de herberg met hetzelfde uithangbord. De herberg staat op de zuidoostelijke hoek van het kruispunt (zoals nu nog trouwens). Vóór 1773 stond de herberg “De Brootseinde” op de noordoostelijke hoek van het kruispunt (nu Luc Desnouck – Deleu). De herberg was toen eigendom van de heerlijkheid van de abdij en was in cijnspacht gegeven aan de familie Masschelein sinds 1711. Maar ook lang daarvoor was het er reeds herberg-afspanning. De herbergnaam komt voor in een bewaard gebleven kerkrekening van 1648 en eveneens in een 17e eeuws doopregister, waarin sprake is van een vondeling, gevonden onder de oven van de herberg.
In 1773 had Alexander Jacobus Masschelein een brouwerij gesticht op de zuidoostelijke hoek van het kruispunt (op grond aangekocht door de familie Masschelein in 1719). Naast de brouwerij werd een nieuwe herberg “De Brootseinde” gebouwd. Uitbater en eigenaar in 1779, Franciscus Masschelein, was het jaar voordien gehuwd met Joanna Theresia Haeghedoorne, een brouwersdochter uit Westrozebeke. - Langs de Dosselstraat, de baan van de Broodseinde naar Passendale bevindt zich cabaret “Het Rooseken”. Deze herberg was goed gekend als afspanning door de landslieden van Westrozebeke, Staden, Oostnieuwkerke, Hooglede, Klerken, Zarren, Esen, Woumen en Langemark, die met hun paarden en wagens kalk en meststoffen gingen ophalen voor de boeren in de groeven van Menen, Wervik en Komen. De herberg ontstond in 1751 met de toestemming van de Heer van de heerlijkheid. De herbergier in 1779 is Jacobus Priem.
- In de westhoek van de parochie, onder de heerlijkheid van Coutsy, langs de weg van Zonnebeke naar Ieper, staat een herberg zonder uithangbord maar sinds lang gekend als “Den Fresenbergh”. De herberg wordt uitgebaat door Jacobus Vanderhaeghe.
- “Den Mispelaere” is de naam van de herberg in de oosthoek, op de grens tussen Zonnebeke en Passendale, langs de weg naar Moorslede en behorend tot de heerlijkheid van ’t Hof van Passchendaele. De herberg was van recente datum en werd gebruikt door Mathys Du Noeyen.
- In de noordwesthoek van Zonnebeke vinden we, afhangend van de heerlijkheid van de Zaele van Ieper, de herberg “De Fortune” (sinds de grenscorrectie op 1 januari 1977 t.g.v. de gemeentefusies, grondgebied Langemark geworden). De herberg ligt langs de baan van Ieper naar Roeselare (al over St.-Jan, ’s Graventafel, Mosselmarkt…). De waard van dienst in 1779 is Joannes Baptiste Dierynck. Het ontstaan van de herberg is niet meer te achterhalen.
Home / Dienstverlening & Bestuur / Over Zonnebeke / Uut vroegere tijden / Herbergen te Zonnebeke in 1779 – Zonnebeke