Op de tentoonstelling ‘Creatief Zonnebeke’, een expositie in februari laatstleden met werk van een dertigtal artistieke Zonnebekenaren op het gelijkvloers van het kasteel, stond ik vol bewondering te kijken naar een maquette van de O.-L.-Vrouwkerk van Zonnebeke van de hand van Roger Gamme. Plots viel mijn oog op een ‘eigenaardigheid’. Alle vensters van de kerk zijn rondbogen met arduinsteen in verwerkt, behalve, op de maquette althans, drie venstertjes in de zuidwestelijke gevel, ter hoogte van het portaal. Deze venstertjes hebben een simpele rechthoekige vorm. Was onze amateur-kunstenaar in de fout of had de vermaarde architect Huib Hoste een bok geschoten? Roger vertelde me in elk geval dat hij juist zat en gelijk had hij. Meer dan voldoende reden dus om op onderzoek te gaan.
Vandaag heeft de Zonnebeekse kerk een voorportaal en een eigenlijk portaal, beide afgesloten door zware houten toegangsdeuren. Bij de bouw (1921-1923) was dit zo niet voorzien in de plannen van architect Huib Hoste. Er was alleen het huidige voorportaal als inkom. Het stuk onder het doksaal maakte deel uit van de eigenlijke kerk. Huib Hoste, die het metselwerk zelf tot kunst verhief door het aanwenden van decoratieve baksteenpatronen en door een kunstig, afwisselend gebruik van baksteen, bruin geglazuurde baksteen en kalksteen, had de wijwatervaten geïntegreerd in de zware pijlers die het doksaal schraagden.
Op zondag waren er drie H. Missen. De zes-uren-mis was voor de winkeliers, de cafébazen, moeders met een grote nog slapende kroost en vooral voor de duivenmelkers. Naar de mis om 08.00u kwamen vooral de boeren en de zondagse tooghangers en de hoogmis om 10.00u was voor de ‘beau monde’ en de langslapers. Het achterste deel van de kerk, rond en achter de wijwatervaten dus, lag in het schemerdonker en er stonden geen stoelen. Bijgevolg moest geen ‘dikken’ (10 centiem) stoelgeld betaald worden aan ‘het stoelwijveke’ Maria Dehouck. De ruimte onder het doksaal was tijdens de eerste mis de uitgelezen plaats voor de duivenmelkers om, veilig verborgen achter de dikke pilaren en door het halfdonker, de collega’s te overbluffen met de prestaties van hun gevederde troeteldieren. Het leek het duivenlokaal wel. Pastoor Lammens is van op de preekstoel herhaaldelijk heftig uitgevaren tegen de babbelaars maar tevergeefs. Ten einde raad koos hij voor een drastische oplossing. Hij liet begin de jaren ’30 een houten afsluiting met zware toegangsdeuren plaatsen tussen de twee pijlers met de wijwatervaten. Wilden de duivenpieten voortaan de mis bijwonen dan moesten ze in het schip aanwezig zijn en de mannen van het donker werden ineens de mannen van het licht. Ze stonden met der rug tegen de achtermuur, ten aanschouw van iedereen. Het geroezemoes was op een efficiënte maar vrij dure manier verholpen.
Het stukje kerk achter de nieuwe deur werd eveneens portaal. Om licht binnen te krijgen moesten in de enige buitenmuur (zuidwesten) wel vensters gemaakt worden. De pastoor die ondertussen een bloedhekel had aan Huib Hoste weigerde deze nieuwe vensters in de stijl van de architect uit te voeren, met rondbogen en arduin dus. Wellicht zat de kerkfabriek ook niet bijster sterk bij kas.
Dit jaar is het 50 jaar geleden dat Huib Hoste, architect van de kerk, overleed. Hij was na de oorlog het boegbeeld van het modernisme in België. Zijn kerk te Zonnebeke weekte heel diverse reacties los. De enen stonden vol bewondering, de anderen vonden haar een miskleun. In elk geval kreeg Hoste bijlange niet de waardering die hij verdiende voor zijn baanbrekende architectuur en zijn vernieuwingsdrang. De laatste jaren echter kende Hoste een opmerkelijke revival in architectuurkringen. Nu wordt hij wel onder de gevestigde waarden van het Interbellum gerekend. Daarom wordt dit jaar te Wervik, waar hij heel wat privaatbouw realiseerde en te Zonnebeke, waar de geklasseerde kerk en de pastorie evenals de gemeenteschool en een huizenrij aan zijn tekentafel ontsproten zijn, een waaier van activiteiten rond Huib Hoste opgezet. Lezingen, geleide wandelingen, een tentoonstelling en nog veel meer staan op het programma dat de Cultuurdiensten en heemkringen van beide gemeenten en het Davidsfonds van Zonnebeke en Beselare in elkaar boksten. De Zonnebeekse Heemvrienden beten de spits af met het eerste nummer van “ Het Zonneheem” 2007 (hun tijdschrift) volledig aan Hoste gewijd.