Sinds 23 maart 2002 bestaat de vereniging “De Eendracht” te Zonnebeke net 100 jaar. Deze maatschappij van onderlinge bijstand tegen sterfte der paarden is hiermee één der oudste verenigingen van de gemeente.
Toentertijd is de vereniging ontstaan uit dwingende noodzaak want een goed landbouwpaard koste al gauw 5.000 fr, een gigantisch kapitaal. Slechts grote rijke boeren konden zich er één of meerdere permitteren, de kleine boertjes moesten zich behelpen met de os op stal. Verlies van een paard door ziekte of ongeval kon het einde van de carrière betekenen voor de landbouwer. Daarom ontstonden in het begin van de 20e eeuw op diverse plaatsen paardenverzekeringen met als doel de leden een bijna volledige (80%) schadeloosstelling uit te betalen bij verlies alsook tussen te komen in de veterinaire kosten dienaangaande.
De Eendracht rekruteerde leden te Zonnebeke, Passendale, Moorslede, Oostnieuwkerke, Roeselare, Westrozebeke, Beselare, Geluveld, Wervik en Sint-Juliaan. De leden moesten minsten 1 ha akkergrond bezitten en mochten geen paardenkoopman of voerman zijn. Om ter verzekering aangenomen te worden moest het paard als gezond erkend worden door de verzekering, in normale hygiënische omstandigheden leven en minstens 18 maanden oud zijn.
Tijdens de oorlogen werd de werking opgeschort want iedereen was op de vlucht of de paarden waren opgeëist.
Het lidgeld bedraagt 500 fr per paard en de verzekeringspremie 1,5% van de geschatte vleeswaarde. Hiertoe werd tweemaal per jaar, in juni en december een keuring en schatting gehouden per wijk. Dit gebeurde uiteraard steeds bij een (landelijke) herberg. Een jury van vier à vijf bestuursleden nam plaats op de stoep van de herberg en de boeren ‘defileerden’ met hun paard(en) in stap en draf voor de jury. De waarde en de verzekeringspremie werd bepaald en betaald en er werd een attest van opgemaakt.
De boeren, maar vooral de bestuursleden-schatters maakten er een ‘Franse mestdag’ van. De slimme boeren betaalden de jury graag een rondje en voor de cafébazin was het een hoogdag. Het middagmaal werd geserveerd ten huize van de wijkmeester in wiens wijk men keurde. Een schoon stukje uit de ‘vleesstande’, met smeuïge saus overgoten, aardappelen en verse groenten uit de tuin behoorden tot de geplogenheden. De keuringen namen een volle week in beslag. De bestuursleden waren er murw van want in de bloeiperiode moesten ongeveer 300 paarden de revue passeren. Sinds 1970 ongeveer worden de schattingen nog slechts eenmaal per jaar ten huize van de landbouwer uitgevoerd.
De paardenverzekering De Eendracht heeft ontzettend goed werk geleverd en menig lid van het failliet gered. Door de mechanisatie in de landbouw is het paard van de akkers verjaagd in de jaren ’70-‘80. De vereniging was op sterven na dood, maar het laatste decennium kende het paard en dan vooral het ruiter- en hobbypaard een revival. Dit gebeurde ook met De Eendracht. Het bestuur onderging een verjongingskuur en vandaag zijn opnieuw een 60-tal paarden verzekerd bij De Eendracht. De eeuwelinge houdt moedig stand.