Zuster Tanneken Zaghers, religieuse in het Sint-Janshospitaal te Brugge, was zwaar ziek en beternis kwam er niet, ondanks de wake en de zorgen van geneesheer en medezusters. Bedevaarten bleven onverhoord. Dan maar in uiterste nood naar Zonnebeke.
In die buurtparochie van Ieper woonde toen een “meestresse” die als “wonderdokter” genoeg naam had gemaakt opdat men er, zelfs vanuit Brugge, zonder blaam met de lijdende hospitaalzuster naartoe zou trekken. Voor diagnose werd de urine van de zieke voorop gezonden.
Tot tweemaal toe werd zuster Tanneken in de rijwagen van het hospitaal naar de “meestresse” van Zonnebeke gevoerd. De rekening van het hospitaal (Archief OCMW; 1548, f. 13) noteert de uitgaven voor de reis en de toegezonden geneesmiddelen:
Betaelt ende ten coste ghehadt over de zyectie van zuster Tannekin Zaghers, wylent religieuseghe hyer binnen, over treysen te Zunnebeke te tween stonden met een waghene, aldaer eene meestresse wonachtig es, dye de zelve beloofde te cureren ende ghenesen, daer toe drancken ghemaeckt ende diverssche medecynene ghezonden, ende de orynen ghedeaen draghen, misgaders drynckgelt in hoosscheden ghegheven, tsamen de somme van 12 pond 12 scellinghen parisis.
In een ander kapittel van de rekening staan de begrafeniskosten van zuster Tanneken Zaghers ingeschreven.
Bron: Biekorf: 90e jaargang, nr. 4, blz. 300.
Wie was de Zonnebeekse “meestresse”? Was het een heks? Zijn er nog “wonderbare” genezingen gekend uit die periode door toedoen van die Zonnebeekse “meestresse” of “collega’s” van haar?