De jaren 1845 tot 1855 waren helemaal geen voorspoedige jaren voor onze landbouwers. Erg slechte weersomstandigheden en de wild woekerende aardappelplaag waren zelfs oorzaak van hongersnood in 1848 en 1849. Ook de vlasteelt, de paradeteelt op elke hoeve, mislukte deerlijk eind de jaren ‘40 zodat ook de arbeidersbevolking getroffen werd door gebrek aan inkomen omdat ze geen vlas kon zwingelen en spinnen tijdens de winter.
Maar de Passendaalse boeren bleven niet bij de pakken zitten. Lang voor “De Boerenbond”, die pas in 1890 werd opgericht, gingen ze zich op kantonniveau verenigen in “De Maatschappij van Landbouw”. De nieuwe belangenvereniging, opgericht in januari 1948, groepeerde de landbouwers van Passendale, Oostnieuwkerke, Westrozebeke, Moorslede en Zonnebeke. Het motto van de vereniging was: “Vooruitgang en verbetering van de landbouw”. Dokter Louis Comyn werd voorzitter en notaris Melchior Christiaen secretaris.
Ze staken onmiddellijk de handen uit de mouwen en schreven in de algemene vergadering van 18 mei een prijskamp uit waaraan geldelijke premies verbonden waren. In elke gemeente van het kanton zou de boer (die lid was en minimaal twee hectare landbouwgrond beboerde) met de beste landbouwuitbating een premie en een medaille in de wacht slepen. Een eervolle vermelding was voorbehouden voor landbouwers die geen lid waren maar de mooiste vruchten kweekten op hun hoeve van minstens 15 ha. Tenslotte was er ook een wedstrijd voor de beste werkmannen op de hoeves met daarenboven de langste dienststaat.
Op zondag 16 oktober 1848 was er de plechtige uitreiking van de prijzen van dat jaar. Al op zaterdag en in de vroege zondagmorgen kondigden geweersalvo’s de plechtigheid aan. Van uit de vijf kantongemeenten kwamen naast grote delegaties van de gemeentebesturen alle boeren en boerenwerklieden naar de plaats van het gebeuren te Passendale om hun collega’s winnaars te zien en te feliciteren. De proclamatie van de beste boeren en boerenknechten werd begeleid door klokkengelui en de vreugdetonen van de muziekmaatschappij van Moorslede. De vijf gelauwerde leden waren: Bruno Demoor uit Passendale, Jean Vanneste uit Moorslede, Bernard Van Haverbeke uit Oostnieuwkerke, Pierre Maertens uit Westrozebeke en Pierre Vanzuidt uit Zonnebeke. De grote boeren, niet-lid, die een eervolle vermelding kregen waren: Louis Baccarne uit Passendale, Phillipe Broutin uit Moorslede, Frans Vervoort uit Oostnieuwkerke, Pierre Loonus uit Westrozebeke en Jean Vermursez uit Zonnebeke. Bijzonder veel sympathie en emotie vielen de boerenknechten te beurt bij de proclamatie van hun onderlinge prijskamp voor de meest toegewijde werkkracht. Pierre Duzaine van Passendale, Charles Denorme van Moorslede, François Huyghe van Oostnieuwkerke, Pierre Pastyn van Westrozebeke en Pierre Germain van Zonnebeke mochten de medailles en het eerbetoon in ontvangst nemen als meest loyale en fidele werkkrachten.
Het prachtige feest eindigde op een valse noot. Terwijl men bezig was een grote luchtballon te laten opstijgen is een podium ingestort. Een meisje en een jongen werden zwaar gewond en twee kinderen werden licht gewond.
“De Maatschappij van Landbouw” heeft in een gebied van ongeveer 20.000 inwoners, die grotendeels in en rond de landbouw actief waren, een immens positieve invloed gehad op gebied van groei en verbetering van de sector. Het is geen toeval dat in die tijd herhaaldelijk boeren uit Passendale en Zonnebeke in de prijzen vielen bij regionale, provinciale en zelfs nationale prijskampen voor ‘landbouwvoortbrengselen’. Op agrarisch gebied heeft Passendale altijd hoge toppen geschoren.