De vermaarde Slag bij Geluveld is één episode uit de eerste Slag bij Ieper, die begint op 19 oktober en virtueel eindigt op 22 november 1914. Eind oktober is de toestand zo geëvolueerd, dat de Brits-Franse weerstand zowel ten noorden bij Langemark als ten zuiden bij Hollebeke zo sterk is, dat voor de Duitsers de enige weg om naar Ieper door te stoten, langs Geluveld loopt. Alles wijst er op dat de Duitse legerleiding op die plaats een doorbraak wil en zal forceren om zo de havens van het Kanaal en de Noordzee te bereiken.
De gebeurtenissen volgden elkaar bliksemsnel op. Op 29 oktober komt een einde aan de Britse verdediging van Kruiseik-kruispunt. Op 30 oktober vallen Zandvoorde en Hollebeke. Op 31 oktober staan de Duitse troepen, door een machtige artillerie gesteund, geschaard op het front van Geluveld waar de 1e en 7e Britse divisie bij elkaar aansluiten. De Engelse linie was zwak verdedigd door troepen die sedert 10 dagen onophoudend gestreden hadden tegen ontzaglijke strijdmachten. Aanval op aanval hadden zij telkens met succes afgeslagen. De Engelse verliezen waren verschrikkelijk geweest: de meeste eenheden waren tot op minder dan de helft van hun getalsterkte gereduceerd. Versterking was helemaal niet voorradig en de steun van de artillerie betekende weinig wegens gebrek aan munitie.
Om 06.00u ’s morgens breekt de hel los. Vers aangevoerde Duitse troepen lopen storm tegen de dun bemande Britse stellingen. Daar weinig vooruitgang geboekt wordt, begint om 08.00u een artilleriebeschieting, die de Britse linies nagenoeg van de kaart veegt en die Geluveld ontoegankelijk maakt voor Britse hulp. Een nieuwe aanval volgt om 10.00u en anderhalf uur later is het totaal verwoeste dorpscentrum in Duitse handen. De rest van het 2e bataljon Welch Regiment wordt gevangen genomen in hun stellingen langs de Menensteenweg. Het 1e bataljon Queen’s Regiment, opgesteld ten zuiden van de Menensteenweg, wordt langs vier kanten beschoten en weggeveegd. Alleen in het kasteelpark houden enkele uitgedunde eenheden van het 1e South Wales Borderers en het 1e Scots Guards stand. Vanuit het kasteelpark kunnen zij de aanrukkende Duitsers terugdrijven en stand houden langs de huidige Kasteelstraat. Zo werd ten noorden van het dorp de verdedigingslinie niet doorbroken.
Terwijl veel Britse eenheden hun stellingen moeten verlaten, wordt tot overmaat van ramp het Hoogekasteel (Brits hoofdkwartier) door de Duitsers beschoten. Er valt een voltreffer midden de conferentieruimte. Een aantal bevelhebbers wordt gedood of zwaargewond. Dit maakt de ontreddering nog erger.
Op dat ogenblik bevindt het 2e bataljon Worcestershire Regiment zich in reserve aan de hoek van het Polygoonbos. Op bevel van generaal FritzClarence, die net het slechte nieuws had ontvangen, rukken zijn soldaten onder leiding van majoor Hankey rond 14.00u op in de richting Geluveld. Verkenners worden vooruitgestuurd om belemmerende draden door te knippen maar een groot aantal onder hen wordt neergeschoten vóór ze hun opdracht kunnen uitvoeren. De Compagnie ‘A’ onder bevel van Kapitein Wainman wordt vooruitgestuurd om een loopgracht op 250 m van het kasteel te bezetten zodat enige steun kan verleend worden aan de Borderers die nog altijd weerstand bieden rond het kasteel.
Met bajonet op het geweer trekken de zeven officieren en 350 manschappen van het 2e bataljon Worcesterhire Regiment de bosrijke Polderhoek voorbij en komen in een open vlakte in het vizier van de Duitse artillerie terecht. Een hallucinant schouwspel staat hen te wachten. Tientallen doden, groepen gewonden die terugtrekken en schreeuwen dat vooruitgaan de onvermijdelijke dood betekent, bommen en granaatscherven die boven de hoofden uiteenspringen en boven dat alles het beeld van het brandend Geluveld. Majoor Hankey beveelt de stormloop. In enkele minuten tijd vallen meer dan 100 soldaten van het regiment. De overlevenden zien de silhouetten van het kasteel voor zich opdoemen en vallen aan met ware doodsverachting. In één beweging kunnen zij de South Wales Borderers, die dreigen overweldigd te worden, ontzetten. De Duitsers waren verrast. Velen rustten op dat moment uit van de overwinning van de voormiddag, zij waren op zoek naar water of plunderden de huizen maar geen van hen had die tegenaanval verwacht. Zij boden geen georganiseerde tegenstand en werden uit het kasteelpark en het dorp verdreven, richting Beselare. Tijdens deze heroïsche stormloop verliest het 1e Worcesterhire Regiment drie officieren en 189 manschappen.
De Duitsers die vrezen voor nieuwe Britse versterkingen, laten Geluveld verder ongemoeid. Zij richten hun aandacht naar het zuiden. Dit succes doet de Britten afzien van hun eerste plan om Ieper op te geven. Tijdens de nacht trekken de overblijvende Britten op bevel van generaal Haig terug naar de Veldhoek. Op 1 november 1914 vinden de Duitsers Geluveld verlaten. Zij bezetten het dorp en zullen het gedurende vier jaar niet meer prijsgeven. De naam “Gheluvelt” blijft echter één van de mooiste vermeldingen op het regimentsvaandel van het Worcesterhire Regiment. Het is dan ook niet zo maar toevallig dat het totaal vernielde dorp op 28 september 1918 bevrijd wordt door een bataljon van datzelfde Worcesterhire Regiment.
Geluveld was gans de oorlog een grensdorp tussen de vijandelijke linies en was daarom een van de meest omstreden plaatsen in de Ieperboog. Nog nooit werd dit systematisch, chronologisch en volledig beschreven. Daar is nu verandering in gekomen. Lic. Jan Vancoillie, met roots te Geluveld, heeft er een lijvig boek aan gewijd, getiteld “Halfweg Menin Road en Ypernstrasse”. Lokale heem- en geschiedkundige meester Marcel Pauwels beschrijft in een 2e deel de moeizame en ‘politiek geladen’ heropstanding van Geluveld in de 10 jaar volgend op de oorlog en Francky Bostyn maakt een inventaris van het ondergronds ’14-’18 patrimonium. Het boek van 400 blz. met bijna evenveel illustraties kan aangekocht worden voor €35 tot 31 oktober en €40 erna. Verzendingskosten bedragen €4 voor het binnenland en €8 buitenland. Overschrijven kan op rekening 738-0007759-21.