In de eerste maanden van Wereldoorlog I vervoerden de Duitsers hun gesneuvelden in volgeladen treinen naar Luik of Charleroi om ze daar in verbrandingsovens te verbranden. Dit deden ze omdat ze vreesden dat het zien van de vele lijken of graven het moreel van de troepen zou naar beneden halen.
Toen in de winter van ’14-’15 het front zich min of meer stabiliseerde na de hevige Eerste Slag om Ieper werden leegstaande hoeves of openbare gebouwen (zoals de kerk te Beselare) ingepalmd en ingericht door de Duitsers als hulppost om de gekwetsten te verzorgen. Op het dak werd een Rode-Kruis-Vlag geschilderd om het gebouw te behoeden voor luchtaanvallen. Veel van die gekwetsten overleefden niet en werden naast de hulppost begraven door de kameraden. Zo ontstonden de eerste Duitse militaire kerkhoven.
Kort na de oorlog werd begonnen met centralisatie van de vele her en der begraven Duitse soldaten. Zo werd te Beselare 86 a 73 ca grond onteigend van August Beintjens uit Kortrijk en Henri Gryson uit Beselare om er het Duits krijgskerkhof “An der Kirche – R.I.R. 246” dat reeds in 1914 werd opgericht, verder uit te bouwen. Het werd het regimentskerkhof van het 246e Reserve-Infanterie-Regiment.
Een Duits rapport van 1921 haalt vernietigend uit naar de toestand van de begraafplaats. Bijna ieder voorjaar en najaar stond het kerkhof onder water. De afwatering was ontoereikend. De plantengroei was schaars en in de zomer liepen de geiten van de dorpsbewoners te grazen op de dodenakker. In 1926 stonden nog slecht twee kruisen overeind. Kort na de oorlog werden twee Engelsen die er ook begraven lagen, ontgraven en overgebracht naar Perth Cemetery te Zillebeke.
Rond 1929 werd het Friedhof heraangelegd. De graven werden voorzien van betonstenen waarop een grafnummer stond. Stenen platen per rij gaven de identiteit van ieder graf(nummer). In het midden van het kerkhof werd een witte stenen zuil met tekst en een IJzeren Kruis bovenaan opgericht.
Medio de jaren ’50 werden de 466 gesneuvelden van dit kerkhof overgebracht naar het Soldatenfriedhof te Menen. De grond werd in 1959 aangekocht door het gemeentebestuur van Beselare om er een speelplein op aan te leggen. Korte tijd later veranderde de bestemming; het werd het voetbalterrein van EVC Beselare. Ook de originele kerkhofhaag, de kerkhofingang (een zware plaatstalen dubbele poort) en de brede voormuur in grauwrode baksteen bleven lang deel uitmaken van het voetbalveld en bijhorende parking. De kerkhofpopulieren langs het kerkwegeltje zijn hooguit slechts 10 jaar gerooid. Alleen de dorre en droge zandplek in het midden van het voetbalplein waar ooit de grote gedenkzuil stond, waar het gras nooit echt wil groeien (tot ergernis van de terreinverzorger) is de nietige getuige van het Duitse oorlogskerkhof “An der Kirche” in het dorpscentrum te Beselare.
Over de 32 Duitse soldatenkerkhoven ooit in Zonnebeke, handelt het tweede nummer van de huidige (31e) jaargang van ons tijdschrift “Zonneheem”. Wordt lid van de Zonnebeekse Heemvrienden (voor amper €12,50 te storten op rekeningnummer 285-0570946-33) en je leest er alles over. Een pijnlijk stuk dorpsgeschiedenis wordt zo van de vergetelheid gevrijwaard.
Met het vele mooie beeldmateriaal over de Duitse militaire kerkhoven te Zonnebeke zetten wij een tentoonstelling op in CC Kasteel, Ieperstraat 7 ter gelegenheid van Zonnebatjes 2002. Ook situatiekaarten, grafkruisen en -stenen en Duitse militaria zullen ons een beeld schetsen van de oorlog “van de andere kant gezien”. De tentoonstelling is vrij toegankelijk op zaterdagnamiddag 8 juni en zondag 9 juni. Jij komt toch ook?