De statige hoge stenen graanmolen op de steenweg van Zonnebeke naar Passendale of de Spanjestraat (nu Passendalestraat), gelegen op zowat 300 m van de kerk, links gaande naar Passendale, droeg de naam van Stijns molen of Noyez molen. De molen kreeg die naam door zijn geliefde molenaar Justin Noyez, tevens gemeenteraadslid, schepen en eerste naoorlogse burgemeester.
De molen werd gebouwd in 1845 op het perceel, gekend in het kadaster als D676d, langs de genoemde Spanjestraat, dicht bij de aanzet van de Martinegatstraat (die toen dichter naar de kerk toe lag), na toelating van de Bestendige Deputatie van de provincie op 17/08/1844. Het was een hoge ronde stellingmolen met een ijzeren gaanderij. Vanaf 1846 is de molen gebruiksklaar en de eigenaar en molenaar is Petrus Francis Deforche. Voor de molen staat het woonhuis en tevens herberg “Café de Commerce”. In 1853 wordt de molen verkocht aan Philippe Jacobus Duthoy. Na diens dood in 1871 komt de molen tijdelijk in handen van zijn dochter en schoonzoon Desiderius Van Lauwe uit Oostnieuwkerke en het jaar erop komt hij door een ruiloperatie in handen van molenaar Frans Decramer-Decoodt.
Op 6 augustus 1885 koopt handelaar Justin Noyez-Volckaert de molen (waarin ondertussen ook olie werd gewonnen) uit de nalatenschap van de ondertussen overleden Frans Decramer. Mechanische maalderijen, die niet afhankelijk waren van de wind, begonnen de windmolens na de eeuwwisseling naar de kroon te steken en ook Stijns molen viel stil in 1913. De kap en de wieken werden verwijderd. Het oorlogsgeweld deed de rest en na de Slag van Passendale in 1917 bleef nog slechts een grote hoop puin over.
Na de oorlog kwam de eigendom in handen van de familie Pieter Cruyt-Debruyne, landbouwer te Menen, later van Marcel Devoldere en Pierre Decat. De molen werd niet heropgebouwd maar vervangen door een mechanische maalderij. Later kwam Lucien Vandenbussche, zoon van molenaar Sylvère van de Keibergmolen, zich vestigen in de handel van veevoeders, granen en meststoffen. Sinds 2004 is de Zonnebeekse schepen Dirk Sioen-Talpe de nieuwe eigenaar van de oude molensite.