Van 1829 tot aan de Eerste Wereldoorlog was het Polygonebos (69 ha) militair oefenterrein voor cavaleristen en verboden gebied voor de gewone burger. De Praktische Rijschool van het Belgisch leger, gekazerneerd te Ieper, was de gebruiker van het bos. Het oefenveld en de ovalen renbaan waren het uithangbord van de Rijschool. De jaarlijkse wisselbeker Saumur verwierf zelfs internationale faam.
Zo kwam het dat op woensdag 25 juni 1913 de Zweedse commandant de Linder, bevelhebber van de Zweedse Rijschool, op ‘werkbezoek’ bij de Ieperse Rijschool, naar het Polygoneveld kwam waar demonstraties en cavalerieoefeningen waren gepland. Het oefenterrein lag er drassig bij door de herhaalde regen van de afgelopen dagen. Vooral de bochten van de renbaan oogden gevaarlijk.
De eerste oefeningen: sprongen per vier door de volledige Rijschool, sprongen voor volbloedpaarden en sprongen voor officieren te paard onder leiding van kapitein Houst verliepen vlekkeloos. Uiteindelijk zouden koersen voor onderofficieren van de derde divisie de succesvolle demonstratie afsluiten.
Het voorgaande geloop en getrappel had de piste nog gladder gemaakt, en tijdens de koers, rond 11.00u in de voormiddag, vielen plots twee ruiters tezelfdertijd: de wachtmeesters Hubert en Niffle. Hubert sprong onmiddellijk opnieuw recht en was ongedeerd, doch Niffle van de 1e Lansiers bleef buiten bewustzijn liggen. Hij werd in kritieke toestand overgebracht naar het militair hospitaal te Ieper, waar onderzoek uitwees dat hij een schedelbreuk en diverse ribbreuken met longperforatie had opgelopen. Zijn ouders, die in Namen woonden, werden telegrafisch op de hoogte gebracht en ondernamen onmiddellijk de treinreis naar Ieper. Ze kwamen hier aan om 19.30u, net op tijd om hun zoon te zien overlijden om 21.00u die avond.
Vrijdagmorgen 27 juni om 07.30u werd het lijk overgebracht van het hospitaal naar het station. De vlaggen hingen halfstok aan de Rijschool en aan het militair hospitaal. Alle officieren, onderofficieren en personeel van de Rijschool waren aanwezig in groot ornaat. Luitenant-kolonel Védrine, commandant van de Rijschool, sprak een lijkrede uit en E.H. Ryckeboer, legeraalmoezenier, leidde een korte gebedsdienst. Daarna trok de lijkstoet op weg naar het station. De kist, waarop de Belgische driekleur, werd gedragen door zijn collegae onderofficieren.
Aan het station nam een militaire afvaardiging van Namen, geleid door kapitein-commandant Jones, de kist over en vergezelde het stoffelijk overschot naar Namen waar de begrafenis plaats vond.
Bron: Journal d’ Ypres, 28 juni 1913, 48e jaargang nr. 4792.