In tegenstelling tot 1930, toen in onze vijf deelgemeenten het eeuwfeest van de Belgische onafhankelijkheid uitbundig werd gevierd, werd in 1905 75 jaar onafhankelijkheid niet in alle dorpen herdacht. In kleinere dorpen liet men deze gelegenheid tot feesten vaak aan zich voorbij gaan. Bij ons sprongen de deelgemeenten Zandvoorde en Zonnebeke met hun feestprogramma ver boven de middelmaat uit.
Al op zaterdagavond 26 augustus van 08.00u tot 09.00u galmden de kerkklokken over het rustige dorp Zandvoorde. Alle huizen waren gevlagd met de driekleur en de zeiltoppen van de Santvoorde Molen, uitgebaat door Henri Sigiez, waren versierd met wimpels en groene ranken. ’s Anderendaags om 03.00u in de namiddag zette zich een stoet in beweging aan café ‘De Voorstraete’ waarin alle verenigingen met hun vlag (de ruiters, de boogschutters, de duivenmelkers, de velorijders, allerlei gildeleden…), de schoolkinderen, de notabelen en de burgerlijke overheid opstapten achter de muziekmaatschappij van Wervik. Op het dorpsplein bulderde een kanon en luidden de klokken. Na het Lof en het Te Deum in de kerk was er op het dorpsplein om 16 uur een concert door het Wervikse ‘Orchestre de la Société dramatique l’Union fait la Force’. Een bijhorend koor van wel 200 zangers bracht vaderlandslievende liederen ten beste en kreeg uitgebreid applaus. Een schitterend vuurwerk sloot de dag af. Het feestcomité met Emeric Vandermarliere, meester Isidoor Joye, Romain Brel, Edmond Sigiez, Bruno Igodt en Remi Vandermarliere had, onder het waakzame oog van pastoor E.H. Joannes Mervillie, een schitterend programma ineengebokst.
In Zonnebeke viel het vaderlandse feest tijdens de kermisweek, meer bepaald op dinsdag 5 september. Dat het feest te Zonnebeke doorging, was meer dan logisch. Zonnebeke telde immers onder zijn inwoners Frederic Godderis. De kranige Frederic, woonachtig rechts vooraan in de Roeselarestraat, was oud-strijder van 1830 en met zijn 94 lentes één van de laatste nog overlevende oud-strijders van onze onafhankelijksoorlog. Onnodig te vertellen dat hij ‘in de etalage stond’ op die dinsdag.
Zonnebeke zag die dag zwart van het volk. Het dorpsplein was versierd met heidekruid rond koorden gevlochten en opgehangen aan de huizen en over het plein. Het feest werd ingezet om 08.30u met een stoet. Op kop hadden we 25 vaderlandse vlaggen, daarachter de harmonie Iweins onder leiding van Emiel Stamper en de schoolkinderen met wapperende vlaggetjes. Dan volgden de pijpengilde van de Frezenberg, de duivengilde, de werkliedenmaatschappij, de veloclubs, de pijpengilde van ‘Den Hast’, de Sint-Sebastiaansgilde, het muziek der katholieke fanfare en de burgerlijke overheid. Frederic Godderis, uitgedost in zijn militaire kledij van 1830, werd meegevoerd in open koets. Tijdens de stoet luidden de klokken en bulderden kanonnen. Om 9 uur was er een solemnele hoogmis opgedragen door E.H. pastoor Desiderius Vandeweghe. Onderpastoor E.H. Eugeen Joestens gaf een indrukwekkend sermoen. Na de mis was er Te Deum. Daarna zongen 600 schoolkinderen op het kerkplein een cantate, onder leiding van meester Emeric Stamper van de gemeenteschool. Namens de gemeente werd Frederic daarna in de bloemetjes gezet en hij kreeg een mooie zetel als geschenk. Vanwege Koning Leopold II was er een ereteken voor onze oud-strijder. Daarna ontstond een golf van enthousiasme onder de vele toeschouwers. Beide muzieken speelden samen de Brabançonne, een kanon bulderde, 313 duiven werden ineens losgelaten, een reuzenballon (een oud-soldaat voorstellend) werd opgelaten, iedereen juichte en jubelde tot de ballon haperde aan het torentje op het gemeentehuis en ontplofte. ’s Middags was er een feestelijk banket waaraan alle notabelen van de gemeente aanzaten. Ondertussen was er een rondgang van beide muziekmaatschappijen in de straten. Koekenbrood werd uitgedeeld aan de armen en snoep aan de kinderen. ’s Avonds was er opnieuw een mensenzee op de been voor een fakkeltocht, begeleid door beide muziekverenigingen en een spetterend vuurwerk. Ook de nieuwe acetyleenverlichting aan het gemeentehuis was voor het eerst te bewonderen. Het dynamische feestcomité, bestaande uit provincieraadslid Henri Parret, onderpastoor Eugeen Joestens, Maurice Vandenbulcke, Valeer Pil, Joseph Van Walleghem en Albrecht Soenen haalde eer van haar vele voorbereidend werk.
Over mogelijke feesten te Beselare, Geluveld en Passendale is geen enkel schriftelijk spoor te vinden. Hebben deze deelgemeenten geen gevolg gegeven aan de nationale oproep of waren de feestelijkheden dermate bescheiden dat ze vrij snel in de vergetelheid zijn weggezonken? Wij zouden graag het tegenovergestelde horen!